dinsdag 24 april 2012

Afspraken


“Dit moeten we snel weer doen!”

“We spreken nog af!”

Ik zeg het wel eens, de kans is groot dat u het ook wel eens zegt. Bovendien hebben we het andere mensen vaak genoeg horen zeggen. Helaas worden negen van de tien dergelijke uitspraken niet nagekomen, ondanks het feit dat volgens het Burgerlijk Wetboek der Nederlandse Staat een mondelinge overeenkomst bindend is. Waarom blijven mensen dit zeggen? Zal men er op het moment van uitspreken überhaupt bij nadenken? Ik zie hier drie opties:

  1. Men denkt niet na en zegt het uit gewoonte;
  2. Men gelooft er op het moment van uitspreken daadwerkelijk in dat er binnenkort een afspraak gemaakt gaat worden;
  3. Men spreekt het uit met in het achterhoofd een stemmetje dat geniepig lachend zegt; “hehe dacht het niet eikels!”.

Waar situatie twee als behoorlijk naïef bestempeld kan worden, is optie drie een situatie waarvan we mogen hopen dat deze niet vaak voorkomt. En mogelijkheid één, ‘uit gewoonte’, is maar saai, geestdodend, kleurloos, lijzig, monotoon, slaapverwekkend, taai, trutterig en vervelend. Hierbij schijnt ‘niet nadenken maar gewoon doen’ het motto te zijn, en dan mag men zich in de uitvoering wat onvolkomendheden permitteren.

“Volgende keer bij mij!”

“Ik stuur nog een mailtje!”

Of toch niet? Als je zoiets zegt, doe het dan vervolgens ook. In wat voor land leven wij, afspraken nakomen hoort de normaalste zaak van de wereld te zijn! Het is de basis van vertrouwen, de fundering van relaties die ondermijnt wordt door dergelijke uitspraken die niet nagekomen worden, gewoon omdat iedereen het doet. We worden helemaal gek gemaakt door wat er om eens heen gebeurt, volledig beïnvloed door impulsen van buitenaf. We worden gestuurd van alle kanten, gedwongen in een donker hoekje waar we in een iets te grote sweater met capuchon hurkend heen en weer schommelend zachtjes onze hoofden tegen de muur aandrukken. Besluiten, theorieën, denkbeelden en feitelijke gebeurtenissen worden dusdanig gecommuniceerd dat onze gedachten volledig in handen zijn van de media en het vormen van een eigen mening  onmogelijk is en we, als we uiteindelijk even uit het donkere hoekje weten te ontsnappen, ons verlagen tot dezelfde nietszeggendheid, opgaand in de massa van alledag. Samen maar toch alleen zijn we op zoek naar iets van onszelf om boven de massa uit te kunnen stijgen, en doen we krampachtige pogingen om vast te klampen aan de mensen om ons heen die we zo lief hebben. Met hun hulp kunnen we misschien uitvinden dat het goed is wie we zijn, ook al past het niet in het beeld van de massa. Dan kunnen we gezamelijk de sweater uitdoen en het donkere hoekje voor altijd de rug toekeren.

Hoe ironisch ook, alleen met hulp van anderen kunnen wij de massa ontstijgen. En daarom verbaast het me dat mensen zo met afspraken omgaan en het vertrouwen in de medemens beschadigen. Of is dit te vergezocht? Waarschijnlijk wel. Desalniettemin, mocht het schier onmogelijke dan toch plaatsvinden en wordt er zowaar een poging ondernomen om “volgende keer bij mij” invulling te geven, dan biedt Facebook, want mailtjes sturen doet men niet meer, de mogelijkheid om gemakkelijk de poging in één klap teniet te doen. Want ‘Ja ik kom!’ betekent ‘misschien’. En ‘Misschien’ is een beleefde vorm van ‘nee’. En als iemand ‘nee’ aanklikt kun je meteen beginnen met ontvrienden. Misschien dat de zichtbaarheid de reden is waarom mensen afspraken maken niet meer aandurven. Een vervolg willen geven aan het verjaardagsfeestje en vervolgens een publiekelijke vernedering ondergaan doordat acht van de tien genodigden ‘niet aanwezig’ aanklikken is in de regel niet de gewenste situatie. Dus dan zeggen we wel “we spreken nog af”, maar denken we “dacht het niet eikels”.

Tot zover mijn tirade. Dit moeten we snel weer doen!