Soms kom ik toch maar eens m’n kamer uit om even wat tijd te
besteden met het gezin. Ik loop de woonkamer binnen en dit is wat ze zeggen;
WOW HIJ IS UIT Z’N KAMER ONGELOFELIJK. Oké dan, doei maar weer.
Hoe vaak gebeurt het wel niet als ik auto rijd dat een van m’n
favoriete nummers op de radio komt, net als ik parkeer?
In huis loop ik wel eens langs stoffige dingen, of er zitten
ergens vieze plekjes. Wat doe ik? Ik zeg tegen mezelf dat ik het moet
schoonmaken. Vervolgens loop ik weer weg om wat anders te gaan doen.
Als de leuning van m’n bureaustoel zonder dat ik het weet ineens
niet meer vaststaat in één stand en dus vrij kan bewegen. Wanneer ik dan
achterover leun is er die split-second dat ik denk dat ik dood ga, er is geen
erger gevoel!
Ik wil wel eens weten hoe laat het is. Dan haal ik m’n
telefoon uit m’n zak en druk het scherm even aan om hem vervolgens weer terug
te stoppen. Wacht, waarom haalde ik m’n telefoon ook alweer uit m’n zak? Moet
ik hem nog een keer uit m’n zak halen omdat ik niet op de tijd lette.
M’n telefoon gaat. Hij zit in m’n broekzak. Terwijl ik hem
uit m’n zak haal, weiger ik per ongeluk het gesprek. Kaa uu tee.
Als ik een verhaal begin te vertellen in een groep, en me
realiseer dat niemand luistert. Dan ga ik steeds zachter praten en doe alsof ik
niks gezegd heb.
Nietszeggende zinnen, bah. Ter illustratie een combinatie: “Ach,
dat kwam zo uit. Als ik gewoon m’n ding blijf doen, zeg maar, kunnen we doorpakken
om er samen sterker uit te komen, mits we de koe bij de horens vatten.”
“Oh, ik wist niet dat je boos werd!” Maakt mij bozer dan ik
al was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten