zaterdag 16 juli 2011

Schaduw

Als het warm weer is zijn we blij als we er even in kunnen staan. Zo’n boom beschermt goed tegen de zon. En ook tegen de regen trouwens. En tegen andere dingen die zomaar uit de lucht komen vallen. Naja, zomaar, wij denken wel dat meneer de vogel altijd per ongeluk zijn behoefte precies op ons hoofd neer laat kletsen, maar weinig mensen weten dat dit pak veren expres een nietsvermoedende passant uitzoekt, het liefst iemand met een kaal hoofd in verband met het aangename geluid, om vervolgens zijn buurman tegen de vleugel aan te tikken en geniepig te kraaien, “die is voor mij!”. Maar dat terzijde. We staan graag onder een boom om even uit de zon te zijn, even in de schaduw. Alleen is het wel jammer dat er altijd te weinig bomen staan om de hele tijd in de schaduw te blijven lopen.

Schaduw, enigszins plastisch omschreven als het gedeelte van een ruimte waar het licht onderschept is door een object, is toch eigenlijk wel een grappig fenomeen. We zien allemaal wel eens vreemde schaduwfiguren op de muur, al dan niet van vervelende klasgenootjes die grappig proberen te zijn door jou bang te maken zodat je gillend wegrent naar je moeder, die vervolgens naar school toekomt om de schoolleiding om opheldering te vragen over de oorzaak van je vreemde gedrag, waarop de jochies aangesproken worden op hun acties en moeten beloven het echt nooit meer te doen, maar dezelfde dag het nogmaals voor elkaar krijgen je op dezelfde manier bang te maken. Herken je dat niet? Oh. Of wat dachten we van een over de grond langsrazende schaduw van onze gevederde, inmiddels ex-, vriend? Alles, in het juiste licht, veroorzaakt schaduw.

De vorm van de schaduw komt altijd, in ieder geval enigszins, overeen met de vorm van het object dat de schaduw veroorzaakt. Dan doet de schaduw natuurlijk ook hetzelfde als het object, toch? Als iemand langsloopt, zien we de schaduw ook lopen. Als meneer de vogel overvliegt, zien we de schaduw over de grond vliegen. Hoewel, iets wat over de grond beweegt vliegt natuurlijk niet. De eerste die dat voor elkaar krijgt verdient wat mij betreft de Nobelprijs. Maar goed, schaduw doet dus niet hetzelfde als het object, maar wat doet het dan wel? Vrij weinig vrees ik. Het doet niks als het object niks doet, het verzint zelf niks, initieert nooit iets, en als het donker wordt geeft het er de brui aan. Schaduw is zo cool dat het niks doet, schaduw is. Schaduw heeft ook geen zonnebril nodig. Last van de zon heeft het toch nooit, want het komt alleen tevoorschijn als de zon hem niet kan zien. Ongelofelijk toch, de zon heeft nog nooit schaduw gezien! De zon roept altijd wel ‘ik ben sneller dan m’n schaduw’, maar ik de praktijk komt daar weinig van terecht. Verstoppertje spelen kan schaduw duidelijk als de beste. Ik denk dat als de zon na al die tijd schaduw eindelijk zou vinden, er niet veel van schaduw over zou blijven. Ik denk trouwens dat vroeger, voordat er echte spiegels waren, men hun eigen schaduw gebruikte als spiegel. Vandaar ook dat mensen er toen zo belabberd uitzagen. Held die dan kon zien of z’n snor wel goed in model zat. Gelukkig zit het met schaduw wel snor, want hij blijft met al die zon wél lekker koel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten